Het real-time informeren van de noodhulp
Auteurs: Astrid Scholtens, Mariëlle den Hengst & Robin Waterreus
Opdrachtgever: Programma Politie en Wetenschap
Verschijningsdatum: februari 2016
Beschrijving:
De nationale politie heeft als een van haar speerpunten gekozen voor het real-time informeren van politiefunctionarissen op straat. Vanaf eind 2012 beschikken alle geografische eenheden en de landelijke eenheid daartoe over een nieuw organisatieonderdeel: het Real-Time Intelligence Center (RTIC). Het RTIC is gepositioneerd op de meldkamer zodat veiligheidsinformatie bij spoedeisende meldingen snel beschikbaar kan worden gesteld aan politiefunctionarissen die in de noodhulp werken. Twee jaar na de invoering heeft een consortium van Crisislab en het lectoraat Intelligence van de Politieacademie een onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit ervan.
In de eenheden Noord-Nederland, Noord-Holland en Amsterdam is gekeken hoe het RTIC informatie toevoegde aan meldingen, of deze RTIC-informatie de noodhulpeenheden voor het in actie komen bereikte en of deze vervolgens door hen werd waargenomen. Het onderzoek laat zien dat het real-time informeren op dit moment niet effectief is georganiseerd. Een klein deel van de informatie die door het RTIC werd toegevoegd, bereikte de noodhulpeenheden.
Gemiddeld werd aan 15% van de spoedeisende meldingen informatie door het RTIC toegevoegd. De snelheid waarmee het RTIC de informatie vond, afgezet tegen de doorgaans korte aanrijdtijd van de noodhulp had tot gevolg dat de informatie de politiemensen, die op weg waren naar een spoedeisende melding, vaak te laat bereikte. Het RTIC vulde niet alleen spoedeisende meldingen aan, maar ook niet-spoedeisende meldingen; dit laat eenzelfde beeld zien.
Het RTIC is zeker niet de allesbeslissende schakel bij het real-time informeren van de noodhulpeenheden. De centralisten zijn een minstens zo belangrijke schakel. In de eerste plaats moeten zij in contact met de melder de informatie ‘achterhalen’ op basis waarvan het RTIC kan gaan zoeken naar extra informatie. In de tweede plaats moeten zij de informatie die door het RTIC wordt opgezocht, doorgeven, maar dit deden zij lang niet altijd.
Het helpt echter niet om de centralist ‘over te slaan’ door informatie op een andere manier te verstrekken, bijvoorbeeld via een MDT-scherm dat zich in het voertuig bevindt, zodat de noodhulp deze informatie ook in principe zelf kan bekijken. Noodhulpeenheden keken voor het ter plaatse komen bij spoedeisende meldingen zelden op het MDT-scherm. Bij meldingen zonder spoed hebben de noodhulpeenheden meer aandacht en tijd en zochten zij via hun mobiel zelf naar informatie.
De rapportage treft u hier.