Proportioneel veiligheidsbeleid voor beweegbare bruggen
In opdracht van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Groningen en de gemeente Rotterdam heeft Crisislab onderzoek uitgevoerd naar de veiligheid van beweegbare bruggen in Nederland. De Europese machinerichtlijn vraagt om een analyse van en (bestuurlijk) besluit over wanneer een brug voldoende veilig is. Recente incidenten met bruggen die onderzocht zijn door de Onderzoeksraad voor Veiligheid benadrukken daarnaast de urgentie van een dergelijke analyse om beargumenteerd te kunnen besluiten wanneer investeringen noodzakelijk zijn en wanneer niet. Het doel van het onderzoek was daarmee om te komen tot een proportionele risicoanalyse voor redelijk veiligheidsbeleid van beweegbare bruggen in Nederland.
Voor het geheel aan beweegbare bruggen in Nederland geldt dat de reguliere veiligheidsnorm van een individueel overlijdensrisico van één op de honderdduizend jaar (10^-5) ruim gehaald wordt. De feitelijke onveiligheid ligt honderdmaal lager, rondom de 10^-7. Het eindrapport geeft een voorgestelde berekeningswijze om bestuurlijk vast te stellen dat 10^-5, net als op andere domeinen in Nederland, de te behalen norm is.
We bevelen aan om niet in aanvullend veiligheidsbeleid te investeren, tenzij kan worden aangetoond dat de gebruikelijke maatstaf van € 80.000,- per gewonnen gezond levensjaar behaald wordt. Ook bevelen we op basis van expertsessies met onze opdrachtgevers aan om te onderzoeken en te overwegen om het verkeersregime op beweegbare bruggen aan te passen richting het gebruikelijke verkeersregime, waar geen sprake is van bediening maar waar de acties van verkeerssystemen (zoals bij een spoorwegovergang) automatisch gebeuren.
Het rapport kunt u hier downloaden.