Archief

Evaluatie incident sociaal domein Wageningen


Op 7 juni 2017 vond in de gemeente Wageningen een tragisch incident plaats waarbij een deelnemer aan het participatietraject Buitenkans van de gemeente een andere deelnemer heeft doodgeslagen.

In opdracht van de gemeente Wageningen voerde Crisislab een evaluatie uit naar dit dodelijke incident binnen het sociaal domein. De gemeente wilde weten of er van dit tragische incident geleerd kon worden, en zo ja, op welke manier. Crisislab heeft een analyse gemaakt van het beleid van de gemeente binnen het sociaal domein en de implementatie ervan in de praktijk. Op basis hiervan is het incident tegen het licht gehouden.

De rapportage Past meer dan alleen geschoktheid? is hier te downloaden.

De Gelderlander besteedde aandacht aan de rapportage onder de kop ‘Wageningen had ‘snoeimoord’ niet kunnen voorkomen‘.

 

 

19 december, 2017  

Ook in crisistijd gewoontedieren


In Veiligheid Voorop, een samenwerkingsverband van en voor de chemische industrie, is een interview gepubliceerd met Astrid Scholtens in een serie over ‘eigenaarschap’, in aanloop naar de Veiligheidsdag 2017 die op 2 november 2017 plaatsvond. Het artikel is ook verschenen in het Vakblad Asset Management.

Het interview is hier te vinden.

 

3 december, 2017  

Magazine NV en Cb besteedt aandacht aan publieksonderzoek terrorisme


Het Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing (nr.4, 2017) besteedt aandacht aan het jaarlijkse publieksonderzoek dat Crisislab op eigen initiatief samen met de studenten van de marterspecialisatie Besturen van Veiligheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen hebben uitgevoerd. Het publieksonderzoek was dit jaar gewijd aan terrorisme. Is de samenleving daar nu werkelijk zo bang voor als vele politici denken? En moet de beveiliging van bijvoorbeeld Schiphol daarom sterk worden opgeschroefd? Een ruime meerderheid van de ondervraagde Schipholgangers dacht hier heel genuanceerd over: liever investeren in onderwijs.

Het artikel treft u hier.

Het publieksonderzoek kunt u hier downloaden.

25 oktober, 2017  

Evaluatie samenwerkingsproces VRF en Lelystad Schiphol Airport


In opdracht van de Veiligheidsregio Flevoland voerde Crisislab in 2017/2018 een evaluatie uit naar het proces van samenwerking tussen de Veiligheidsregio Flevoland en Lelystad Schiphol Airport op gebied van brandweerzorg op de luchthaven. Aan de beoogde samenwerking is in 2017 een eind gekomen en bekeken is of leerpunten van betekenis zijn voor een toekomstige (andere) samenwerking.

28 september, 2017  

Proportionaliteit bij het zoeken naar blindgangers


In opdracht van de gemeente Amsterdam heeft Crisislab samen met de Nijmeegse hoogleraar Eric Cator een methode ontwikkeld voor een proportionele bepaling van het zoekgebied bij een indicatie voor blindgangers uit WO II. Op basis van statistiek en ongevallencijfers doet Crisislab wetenschappelijk gefundeerde aanbevelingen om het beleid effectief èn efficiënt te laten zijn.

Vliegtuigbombardementen uit WO II staan bekend om de grote aantallen blindgangers. Deze blindgangers kunnen bij bouwwerkzaamheden gevaar opleveren, bijvoorbeeld doordat vanwege heien de kans op onverwachte explosies toeneemt. Om het gevaar van blindgangers te minimaliseren, doen Nederlandse gemeenten preventief onderzoek naar blindgangers in gebieden waar gebouwd gaat worden. In Amsterdam speelt de problematiek van blindgangers in het bijzonder omdat de hoofdstad door de geallieerden zwaar is gebombardeerd.

Preventieve opsporing van explosieven en ruiming van eventuele bommen is een kostbare aangelegenheid. De gemeente Amsterdam vroeg zich in de eerste plaats af of de kosten in evenwicht zijn met de baten. Crisislab heeft daarom berekend wat het aantal vierkante meters is dat maximaal in redelijkheid onderzocht zou moeten worden, wil het beleid proportioneel zijn. Het vertrekpunt is dat het beleid niet proportioneel is wanneer er meer geld wordt uitgegeven aan het voorkomen van schade dan dat er door dat beleid aan schade wordt voorkomen.

In de tweede plaats is de vraag van de gemeente Amsterdam of er een statistische methode is om het zoekgebied af te bakenen. Op dit punt werkte Crisislab samen met Eric Cator van de Radboud Universiteit Nijmegen (RUN). Tot op heden werd een niet onderbouwde methode (nearest neighbour methode) gebruikt waarvan bij nadere beschouwing zelfs onduidelijk was wat de definitie van verdacht gebied was. De nieuw ontwikkelde methode berekent op een Bayesiaanse wijze het gebied waarin met 90% zekerheid de blindgangers van een specifiek bombardement liggen.

Op 12 september 2017 heeft het Amsterdamse college de nieuwe methode vastgesteld. Het rapport kunt u hier vinden.

In opdracht van de gemeente Amsterdam is door Crisislab en de RUN de methode verder verfijnd. De rapportage die we in juni 2018 hebben opgeleverd kunt u hier vinden.

Al eerder voerde Crisislab in opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam een onderzoek uit naar een proportionele omgang met conventionele explosieven de Tweede Wereldoorlog.

18 september, 2017  

Herschrijven lesmateriaal NNVO


Voor twee nautische leerlijnen van de Nationale Nautische Verkeersdienst Opleiding (NNVO) herschreef Crisislab het lesmateriaal op het onderdeel incidentbestrijding. Het lesmateriaal (module 8.01 en 8.02) is bedoeld voor de cursussen voor onder andere brug- en sluiswachters en mobiel verkeersleiders. Het doel van de cursussen is om de cursisten praktische handvatten mee te geven voor het handelen tijdens (water)incidenten.

27 juli, 2017  

Risicoanalyse hoger onderwijs instellingen


In opdracht van het programma Integrale Veiligheid Hoger Onderwijs (IV-HO) heeft Crisislab een internationale risico-analyse gemaakt voor hoger onderwijs instellingen. Klassieke risico’s, nieuwe risico’s en risico’s met zowel klassieke als nieuwe aspecten worden belicht. In de risico-analyse neemt de Europese dimensie een centrale plaats in. Er is in het bijzonder aandacht voor de risico’s die voortkomen uit internationale samenwerking. Er worden concrete aanbevelingen gedaan voor hoger onderwijs instellingen, EU lidstaten en de Europese Commissie.

Het programma IV-HO is ondergebracht bij SURF, de ICT-samenwerkingsorganisatie van het onderwijs en onderzoek in Nederland en het programma wordt gesubsidieerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

De risico-analyse is in het Engels geschreven, zodat het ook op EU-niveau kan worden gedeeld.

      De risico-analyse kunt u hier downloaden.

 

25 juli, 2017  

Hoe laat is het?


Naar aanleiding van het afscheid van Jacques Wallage, voorzitter van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob), is een liber amicorum met de titel ‘Hoe laat is het?’ verschenen. Ira Helsloot schrijft hierin over het Nederlandse veiligheidsbeleid, de risico-regelreflex en de narrige burger. Kunnen we nog terug naar vroeger?

Het hoofdstuk ‘De tijd van het Nederlandse veiligheidsbeleid’ kunt u hier downloaden.

20 juli, 2017  

COncORDE in magazine NCTV


In opdracht van de Europese Commissie werkt een internationaal consortium aan technologische innovatie die leidt tot een betere medische hulpverlening bij rampen en crises. Een kern is beter gebruik van zelfredzaamheid. De Nederlandse bijdrage aan het project “COncORDE” wordt geleverd door Crisislab.

In het Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing (uitgave van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid) is een artikel gepubliceerd over het COncORDE project.

Hier kunt u meer informatie vinden over het COncORDE project.

18 juli, 2017  

Publieksonderzoek Schiphol


Naar aanleiding van de extra veiligheidsmaatregelen die in 2016 op Schiphol genomen werden naar aanleiding van terroristische dreiging, heeft Crisislab op eigen initiatief en samen met studenten van de masteropleiding Besturen van Veiligheid van de Radboud Universiteit Nijmegen een publieksonderzoek uitgevoerd in lijn met eerdere publieksonderzoeken. Voor het onderzoek is onder ruim 200 reizigers op Schiphol een vragenlijst afgenomen over onder andere de veiligheidsperceptie, risico-inschatting en de genomen maatregelen. Om inzicht te krijgen in wat de reizigers ‘daadwerkelijk denken’, wordt de reizigers gevraagd om vanuit de positie van burgemeester en minister te antwoorden, zodat zij gedwongen worden om te redeneren vanuit het algemeen belang. Deze wijze van bevragen is kenmerkend voor onze publieksonderzoeken.

Het rapport kunt u hier downloaden.

De snelle lezer treft hier een artikeltje dat over het publieksonderzoek is verschenen in het Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing.

Eerdere burgeronderzoeken die door Crisislab zijn uitgevoerd, zijn:

 

16 juni, 2017  

Proportionele omgang met CE


In opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam heeft Crisislab samen met Expload een rapport geschreven over proportionaliteit bij de omgang met conventionele explosieven (CE) uit de Tweede Wereldoorlog. Dit rapport levert bouwstenen voor een CE-beleid dat de toets van een maatschappelijke kosten-batenanalyse kan doorstaan.

De centrale vraag in het rapport luidt: Wegen de directe en indirecte kosten van opsporing inclusief eventuele ruiming op tegen de risico’s (in termen van kans én effect) op slachtoffers, en eventueel materiële schade? Het uiteindelijke doel is om maatschappelijke middelen efficiënter in te zetten door bestuurders in staat te stellen zorgvuldigere afwegingen te maken over het veiligheidsrisico van CE in de bodem. We spreken dan van een ‘proportionele’ afweging waarbij kosten en baten van het veiligheidsbeleid in evenwicht zijn. Het rapport kunt u hier downloaden.

 

Naast het bovenstaande rapport is een actorenanalyse gemaakt, om binnen het domein van de conventionele explosieven een beeld te krijgen van de verhoudingen tussen betrokken actoren. Per actor wordt aandacht besteed aan de dempende en aanjagende krachten. Dit zijn krachten die het proportioneel kunnen handelen van de CE-actoren positief of negatief beïnvloeden (dempen of aanjagen). In het boek ‘Krachten rond de risico-regelreflex beschreven en geïllustreerd in 27 voorbeelden’ wordt aan de hand van 27 casus beschreven wat aanjagende en dempende krachten van de overheid binnen andere beleidsdomeinen zijn.

Crisislab ontwikkelde al eerder op eigen initiatief en in samenspraak met het platform blindgangers van de VNG een bestuurlijk afwegingskader voor de risico’s van conventionele explosieven. Dit afwegingskader vindt u hier.

 

13 juni, 2017  

OvD-DHMR opleidingstraject afgerond


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het opleidingstraject voor de Officieren van Dienst van de Divisie Havenmeester (DHMR) is op 23 mei 2017 afgesloten met een toetsingsdag. Op deze dag hebben de OvD’s individueel een simulatiecasus (aanvaring met een passagiersschip) doorlopen en zijn de meeste OvD’s geslaagd.

Het traject liep van december 2016 t/m mei 2017 en bestond uit vijf modules 1) Frontlijnleidinggeven, 2) OvD in context haven, 3) gevaarlijke stoffen, 4) Crisisbeheersing en rampenbestrijding en 5) Functioneren in een CoPI.

In elke module is er een interactief college geweest over de theorie en hebben de OvD’s vervolgens geoefend in een VR-omgeving. Elke theoriedag werd gevolgd door een buiten-oefendag waar de OvD’s in de praktijk konden oefenen met realistische scenario’s in de Rotterdamse haven.

De rode draad van de training was het FABCM model, het wetenschappelijke besluitvormingsmodel voor operationeel leidinggevenden. FABCM staat voor Factfinding, Analyse, Besluitvorming, Communicatie, Monitoring en is ontwikkeld als onderdeel van het promotietraject van Jelle Groenendaal
(zie ‘Frontline Command: Reflections on practice and research’). Training aan de hand van het FABCM model helpt operationele leidinggevenden de effectiviteit en slagkracht van hun commandovoering te verbeteren. De OvD’s hebben in de toetsing laten zien dat zij met de FABCM-methode beter kunnen presteren.

Het tweede examen vond op 27 september plaats. De simulatiecasus bestond toen uit een binnenvaart tankschip waarop een explosie had plaatsgevonden. Alle OvD’s die in mei nog niet geslaagd waren, zijn nu geslaagd.

 

29 mei, 2017  

EC-overzichtsrapportage over rampenbestrijding


In mei 2017 is de eerste overzichtsrapportage verschenen over de de wetenschappelijke stand van zaken over rampenbestrijding in Europa van het Disaster Risk Management Knowledge Centre (DRMKC) van de Europese Commissie. Ira Helsloot heeft daaraan bijgedragen aan het hoofdstuk over preparatie waar zelfredzaamheid nadrukkelijk aan bod komt.

De overzichtsrapportage treft u hier.

24 mei, 2017  

Brandstichtingen in Hoogeveen


Mede naar aanleiding van een quick-scan die begin 2016 door de politie is uitgevoerd bestond bij het gemeentebestuur het beeld dat het aantal brandstichtingen in Hoogeveen significant hoger lag dan in andere vergelijkbare gemeenten.

In opdracht van het gemeentebestuur van Hoogeveen heeft Crisislab een diepgaander onderzoek uitgevoerd om meer duidelijkheid te krijgen over het aantal brandstichtingen en de aard van de brandstichters. Ook is een publieksonderzoek gehouden om het mediabeeld te bevestigen dan wel te ontkrachten dat de brandstichtingen in Hoogeveen tot angst- en onrustgevoelens bij de Hoogeveense bevolking heeft geleid.

De rapportage treft u hier.

Het voorstel voor Burgemeester en Wethouders vindt u hier.

Het rapport kreeg media-aandacht bij RTV Drenthe, in de Hoogeveensche Courant en Dagblad van het Noorden.

17 mei, 2017  

Burgerinitiatieven en burgerwachten


De komst van vluchtelingen naar Nederland heeft maatschappelijke emoties losgemaakt. Vanuit maatschappelijke bezorgdheid zijn er burgerinitiatieven gestart om hulp te bieden aan de vluchtelingen. Maatschappelijke bezorgdheid leidde ook tot initiatieven voor buurtpreventie en burgerwachten. In het kennisdossier Maatschappelijke onrust en draagvlak van Platform31 beschrijft Crisislab deze twee uitingen van maatschappelijke emoties.

De tekst ‘Burgerinitiatieven rondom de opvang van vluchtelingen’ treft u hier.

De tekst ‘Burgerwachten als een uiting van maatschappelijke bezorgdheid’ treft u hier.

2 mei, 2017  

Quick scan Radboud Universiteit


In opdracht van het College van Bestuur van de Radboud Universiteit Nijmegen (RUN) voerde Crisislab een quick scan uit naar de calamiteitenorganisatie van de universiteit. Dit gebeurde naar aanleiding van de brand op het dak van het Spinoza gebouw op 14 februari 2017 en het ski-incident in de Franse Alpen op 8 maart 2017 waarbij studenten van de RUN zijn omgekomen.

De vraag die in de quick scan centraal stond, is of de huidige calamiteitenorganisatie van de RU ‘op orde’ is, zodat er adequaat kan worden opgetreden bij incidenten.

 

1 mei, 2017  

Opleiden en oefenen voor Twente


Crisislab ondersteunde in 2017 de Veiligheidsregio Twente bij de implementatie van haar doorontwikkelde crisisorganisatie onder andere door het waarnemen van het CoPI als onderdeel van de integrale crisisoefeningen. In Twente worden het CoPI en het gemeentelijke crisisteam altijd in combinatie beoefend. Ook is een tweedaagse georganiseerd waarin de ‘gouden lijn’ van Leider CoPI en de Operationeel Leider is beoefend en hun staf is opgeleid.

26 april, 2017  

Pleidooi: betere opsporing vergt heldere keuzes


Het is noodzakelijk om heldere politieke keuzes te maken hoeveel politionele opsporingscapaciteit moet worden besteed aan welke typen misdrijven. Simpelweg roepen dat meer capaciteit noodzakelijk is, is veel te makkelijk. Dit betogen Helsloot, Van Reenen en Van Lochem in een discussiestuk op basis van eerder onderzoek. Zij benaderen de opsporing vanuit een kosten-baten perspectief.

In het discussiestuk geven de auteurs het volgende aan:

In de afgelopen jaren is er binnen de politie, in de media, onder onderzoekers en in de politiek twijfel ontstaan over de effectiviteit van de opsporing. Het algemene oplossingspercentage van minder dan een kwart roept dan ook geen vertrouwen op. De algemene teneur binnen de politie(wetenschap) is dat er twee oorzaken ten grondslag liggen aan het ontstaan van de huidige effectiviteitscrisis in de opsporing. Ten eerste de bureaucratie die een reactie is op ernstige incidenten zoals opsporingsfouten in de Schiedammerparkzaak. Ten tweede de veel gegeven reden dat de wereld complexer wordt en de politiële opsporing daar nog niet voldoende voor is toegerust. De effectiviteitscrisis is zo bezien een simpel schaarste- en professionaliteitsprobleem dat kan worden opgelost met meer en betere rechercheurs.

Wie dieper kijkt, moet echter constateren dat dit niet zo simpel ligt. De auteurs betogen dat de echte vraag is: ‘hoeveel willen we als samenleving uitgeven voor welke kwaliteit van een dienst?’

De discussie over de opsporing verschilt daarmee niet essentieel van bijvoorbeeld die over de medische zorg in Nederland. Een foutloze zorg die alle kwalen aanpakt is onbestaanbaar en onbetaalbaar. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg heeft daarom in 2006 in een baanbrekend advies gepleit voor transparantie hierover en voor een grens aan de investeringen per gewonnen gezond levensjaar. Deze norm wordt sindsdien grosso modo gehanteerd in de medische zorg.

Dezelfde maatschappelijk discussie zou ook gevoerd moeten worden over de gewenste inzet van capaciteit binnen de opsporing. Dit vraagt om transparantie over het feit dat niet aan elke misdaad opsporingscapaciteit zal worden besteed en dat er incidenteel onschuldigen veroordeeld zullen worden. Om een kosten-batenanalyse te kunnen maken, moeten er rekenwaarden toegekend worden aan het oplossen van een misdaad, maar ook aan opsporingsfouten.

Om een eerste inzicht te ontwikkelen in de huidige effectiviteit en verdeling van capaciteit in de opsporing, betogen de auteurs om rekenwaarden toe te kennen aan het oplossen van een misdaad (een capaciteitsfactor maal de maatschappelijke schade) en aan opsporingsfouten (een jaar onterecht in bewaring ‘telt’ als een verloren levensjaar). Een verkennende toepassing van deze normerende rekenwijze laat zien dat de politie haar opsporingscapaciteit veel efficiënter kan inzetten.

  • Ira Helsloot is hoogleraar Besturen van Veiligheid aan de Radboud Universiteit.
  • Piet van Reenen is onderzoeker en emeritus hoogleraar Politie en Mensenrechten
  • Peter van Lochem is onderzoeker en voormalig rector van de Academie voor Wetgeving.

 

Het discussiestuk is hier te downloaden.

 

19 februari, 2017  

In memoriam Gerard van Staalduinen


Gerard (1951 – 2017) was de laatste paar jaar associate senior onderzoeker bij Crisislab. Hij heeft bij ons meegewerkt aan grotere onderzoeken variërend van een onderzoek naar risico’s van de oud en nieuw viering, kosten-baten analyses van actieve blussystemen in de zorg tot toezicht op zwemwater.

Gerard zal echter vooral in onze herinnering blijven als de architect van verschillende essentiële onderdelen van de Nederlandse rampenbestrijding zoals de brandweercompagnie, het ROT (met als belangrijk onderdeel de functie van Operationeel Leider) en GRIP. Onderdelen waarvan hij overigens de laatste jaren met lede ogen toezag hoe die door diegenen die het systeem niet doorzagen zoals hij dat deed onjuist werden (en nog worden) gebruikt. Hierdoor is de beoogde flexibiliteit vervangen door starheid en traagheid.

Ook is zijn hand zichtbaar in de Nederlandse officiersopleiding van de brandweer. Onder zijn leiding als hoofd opleiding bij het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra) werd de beweging ingezet van brandweeringenieur naar academici in alle soorten en maten. Geen misverstand overigens dat hij altijd pleitte voor officieren van dienst die werkelijk brandtechnisch manager waren.

Bij de uitbreiding van de brandweertaak naar een kernfunctie in de rampenbestrijding heeft Gerard een sleutelrol vervuld, eerst bij de beleidsontwikkeling ervan binnen de directie Brandweer en vervolgens als ontwerper en organisator van de voortgezette opleidingen aan de Nederlandse Brandweer Academie.

Zijn grote kwaliteiten als analytisch denker die overal de juiste vragen bij kon stellen, zullen we niet alleen als collega, maar ook als vriend, missen.

17 februari, 2017  

Derde nieuwsbrief COncORDE


Crisislab participeert sinds 2014 in het Europese project COncORDE dat beoogt een interactief webplatform te ontwikkelen dat voor zowel professionele geneeskundige hulpverleners als voor redzame omstanders bruikbaar moet zijn bij grootschalige, maar ook dagelijkse hulpverlening. Het platform biedt een gemeenschappelijke informatieruimte vanaf alertering van een incident tot aan de overdracht van de patiënt aan een ziekenhuis dat beschikbare middelen en informatie van alle betrokken partijen (voor elkaar) inzichtelijk maakt en besluitvorming en taakuitoefening ondersteunt. Concreet helpt het platform bijvoorbeeld patiënten te lokaliseren en te bepalen waar deze het beste naar toe kunnen worden vervoerd.

De derde nieuwsbrief van het project kunt u hier vinden.

Meer over het project vindt u hier.

6 februari, 2017