Zoekresultaten voor "explosieven"
Disproportionaliteit in explosievenopsporings-onderzoek
In het Brabants Dagblad wordt door Crisislab de disproportionaliteit van de explosievenopsporing in Nederland aangekaart. Jaarlijks worden er in Nederland miljoenen uit het Gemeentefonds uitgegeven aan explosievenopsporingsonderzoek voorafgaand aan bouwwerkzaamheden, terwijl er ook voor de privatisering van de explosievenopsporing geen incidenten met dodelijke slachtoffers door explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bekend waren tijdens deze werkzaamheden. De rekening daarvoor wordt grotendeels door het Rijk en deels door de gemeenten betaald. Dit is ook een raadslid uit Goirle opgevallen die er in de gemeenteraad vragen over stelde.
‘Bedrijven worden nodeloos verrijkt’, stelt Helsloot dan ook. ‘Ik ben daar fel op tegen omdat met dat geld ook betere sociale zorg in de gemeente kan worden betaald of verkeersmaatregelen waarmee wel aantoonbaar mensenlevens kunnen worden gered.’
Het hele artikel is hier te vinden.
In opdracht van het in 2021 opgerichte Kenniscentrum Ontplofbare Oorlogsresten (OO) heeft Crisislab een onderzoek uitgevoerd om de taken en bevoegdheden die gemeenten hebben bij de omgang met OO te beschrijven inclusief eventuele onduidelijkheden over de invulling ervan (de zogenaamde witte vlekken). De rapportage kunt u hier downloaden.
Het Kenniscentrum OO heeft naar aanleiding van dit onderzoek een factsheet opgesteld voor gemeenten. Deze kunt u hier vinden (of op de website van het Kenniscentrum).
Crisislab heeft een hand-out voor gemeenten opgesteld waarin de drie bouwstenen voor proportioneel veiligheidsbeleid voor Onploftbare Oorlogsresten staan genoemd. Deze hand-out is gepresenteerd op 11 november 2022 bij een congres dat is georganiseerd door het Kenniscentrum-OO. De hand-out is hier te downloaden.
24 februari, 2023
Bestuurlijk afwegingskader risico’s conventionele explosieven
De discussie tijdens een drietal bijeenkomsten van het Platform Blindgangers van de VNG over een toekomstig normenkader over de omgang met de risico’s van conventionele explosieven (CE) in de Nederlandse bodem inspireerde Crisislab om op eigen initiatief de inhoud samen te vatten in een aantal uitgangspunten voor een proportionele bestuurlijke omgang met CE. De doelstelling is om gemeenten alvast een denkkader te bieden dat hen nu al helpt te komen tot een proportionele omgang met CE.
Het afwegingskader kunt u hier downloaden.
Dit document is aan het Platform Blindgangers aangeboden om een rol te kunnen spelen in de discussie met het ministerie van BZK over de herziening van de vergoedingsregeling voor opsporing en ruiming van CE (de Bommenregeling), en de besluitvorming over een te ontwikkelingen normenkader en kenniscentrum voor de omgang met CE.
5 september, 2016
Proportioneel veiligheidsbeleid conventionele explosieven
In opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam heeft Crisislab samen met Expload een onderzoek uitgevoerd dat de bouwstenen moet gaan geven voor een afwegingskader voor een proportionele omgang met munitie uit de Tweede Wereldoorlog. Op talloze plekken in Nederland liggen in de bodem nog onontplofte bommen en granaten. Bij werkzaamheden is de vraag hoe hier mee moet worden omgegaan. Uit voorzorg in alle gevallen opsporen en ruimen kost de samenleving disproportioneel veel geld. De onderzoeksvraag was hoe het ‘geraamte’ van een proportioneel afwegingskader eruit zou kunnen komen te zien als gekeken wordt naar de omgang met andere risico’s in Nederland.
De rapportage kunt u hier downloaden.
11 april, 2016
Risicobeoordeling UXO Noordzee
De bodem van de Noordzee is van groot belang voor Nederland, zowel voor het leggen van infrastructuur voor de energietransitie als voor zandwinning voor de kustbescherming. In de omgang met Ontplofbare Oorlogsresten (OO) wordt een zogenaamde worstcase aanpak gehanteerd: uitgaande van het ergst denkbare scenario worden maatregelen genomen. In het huidige scenario wordt op basis van vooronderzoeken vastgesteld welke explosieven in het projectgebied kunnen liggen. Vervolgens worden beheersmaatregelen getroffen, die veelal bestaat uit detectie, waarna gemeten objecten verwijderd of vermeden worden.
Nog meer dan op het land is er met betrekking tot OO in de Noordzee een grote mate van leemte in kennis. Zo blijkt altijd uit vooronderzoek dat er een kans op aanwezigheid OO is, waardoor ook ten alle tijden beheersmaatregelen (dus voornamelijk ‘detectie’) zullen moeten worden getroffen. Dit kost de samenleving jaarlijks een groot bedrag aan directe en indirecte kosten. Niet alleen vanwege de beheersmaatregelen die op de Noordzee moeten worden getroffen bij het realiseren van projecten, maar ook vanwege de mogelijkheden die hierdoor onbenut worden gelaten.
In opdracht van TenneT en Rijkswaterstaat heeft Crisislab onderzoek gedaan naar het objectieve risico van Ontplofbare Oorlogsresten in de Noordzee waarbij zowel naar baggerwerkzaamheden als het installeren van kabels is gekeken. We toetsen dit aan de generieke norm voor veiligheid in Nederland. Aanvullend is er een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitgevoerd.
De studie laat zien dat het OO-risico bij het installeren van kabels in de Noordzeebodem kleiner is dan eens per honderdduizend jaar, waarmee het voldoet aan de reguliere maatstaf voor het individueel risico in Nederland. Tegelijkertijd zien we dat het risico van werken op zee groter is dan het OO-risico voor medewerkers die kabels installeren. Dit betekent dat het risico op overlijden groter is door het treffen van maatregelen dan zonder.
Door een gebrek aan data hebben we dit voor baggerwerkzaamheden nog niet aan kunnen tonen. Er zijn indicaties dat dit ook het geval is voor baggeraars, bijvoorbeeld dat er al tienduizenden explosieven zijn opgevist met slechts twee dodelijke incidenten waarbij het explosief aan boord explodeerde.
Een maatschappelijke kosten-batenanalyse laat zien dat de kosten van de huidige maatregelen disproportioneel zijn, zowel bij het installeren van kabels als bij baggerwerkzaamheden.
De rapportage kunt u binnenkort hier downloaden.
8 december, 2023
UXO-risk: putting it al together
Onontplofte explosieven op de zeebodem (UXO) zijn een risico voor werkzaamheden op de zeebodem zoals kabelleggen voor windparken op de Noordzee. Momenteel wordt hier op basis van worst case aannames preventief beleid gevoerd door TennneT. In de afgelopen jaren is door TenneT veel onderzoek uitgevoerd naar de verschillende aspecten van het UXO-risico zoals kans op aantreffen, kans op explosie en mogelijke effecten. Aan Crisislab is gevraagd de resultaten van die onderzoeken te vertalen naar een voorstel voor proportioneel UXO beleid.
26 oktober, 2023
Het begeleiden van handboringen: noodzakelijk of nodeloos?
De huidige praktijk is dat wanneer er gewerkt wordt in gebieden met een verhoogde kans op aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten (in jargon: verdacht gebied), de mogelijke explosieven worden opgespoord óf dat werkzaamheden onder begeleiding van een OOO-deskundige plaatsvinden. Dit laatste is het geval ook bij handboringen.
Crisislab heeft samen met Samenwerking Infrabeheerders voor het Veilig Omgaan met de Ondergrond in Nederland (SIVOON) een onderzoek uitgevoerd naar het risico van het zetten van handmatige boringen in verdacht gebied. De conclusie is helder: met een eenvoudige veldwerkinstructie is het risico nihil en bijvoorbeeld veel kleiner dan het werken met andere gevaarlijke stoffen. Het treffen van onnodige beheersmaatregelen is niet alleen onredelijk maar kan bovendien tot onveilige situaties leiden.
In NG Infra Magazine is een artikel gepubliceerd over dit onderzoek. In het artikel roepen we op tot een ‘goed gesprek’ om de arbeidssituatie werkelijk veiliger te maken. Het artikel is hier te vinden.
27 juni, 2023
Marijn Helsloot
Marijn Helsloot (MSc) was in de periode 2020 – 2023 onderzoeker bij Crisislab. Hij voltooide de Master Bestuurskunde, met de specialisatie ‘Besturen van maatschappelijke organisaties’, aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
In zijn studietijd was hij de assistent editor van het internationale Journal of Contingencies and Crisis Management waar Ira Helsloot 18 jaar hoofdredacteur van was.
Publicaties
M. Helsloot & I. Helsloot (2023). O-O! Wat denken inwoners echt over bommen en granaten? Crisislab.
I. Helsloot & M. Helsloot (2022). Handboringen in OO verdacht gebied. In opdracht van SIVOON.
20 februari, 2020
Proportionaliteit bij het zoeken naar blindgangers
In opdracht van de gemeente Amsterdam heeft Crisislab samen met de Nijmeegse hoogleraar Eric Cator een methode ontwikkeld voor een proportionele bepaling van het zoekgebied bij een indicatie voor blindgangers uit WO II. Op basis van statistiek en ongevallencijfers doet Crisislab wetenschappelijk gefundeerde aanbevelingen om het beleid effectief èn efficiënt te laten zijn.
Vliegtuigbombardementen uit WO II staan bekend om de grote aantallen blindgangers. Deze blindgangers kunnen bij bouwwerkzaamheden gevaar opleveren, bijvoorbeeld doordat vanwege heien de kans op onverwachte explosies toeneemt. Om het gevaar van blindgangers te minimaliseren, doen Nederlandse gemeenten preventief onderzoek naar blindgangers in gebieden waar gebouwd gaat worden. In Amsterdam speelt de problematiek van blindgangers in het bijzonder omdat de hoofdstad door de geallieerden zwaar is gebombardeerd.
Preventieve opsporing van explosieven en ruiming van eventuele bommen is een kostbare aangelegenheid. De gemeente Amsterdam vroeg zich in de eerste plaats af of de kosten in evenwicht zijn met de baten. Crisislab heeft daarom berekend wat het aantal vierkante meters is dat maximaal in redelijkheid onderzocht zou moeten worden, wil het beleid proportioneel zijn. Het vertrekpunt is dat het beleid niet proportioneel is wanneer er meer geld wordt uitgegeven aan het voorkomen van schade dan dat er door dat beleid aan schade wordt voorkomen.
In de tweede plaats is de vraag van de gemeente Amsterdam of er een statistische methode is om het zoekgebied af te bakenen. Op dit punt werkte Crisislab samen met Eric Cator van de Radboud Universiteit Nijmegen (RUN). Tot op heden werd een niet onderbouwde methode (nearest neighbour methode) gebruikt waarvan bij nadere beschouwing zelfs onduidelijk was wat de definitie van verdacht gebied was. De nieuw ontwikkelde methode berekent op een Bayesiaanse wijze het gebied waarin met 90% zekerheid de blindgangers van een specifiek bombardement liggen.
Op 12 september 2017 heeft het Amsterdamse college de nieuwe methode vastgesteld. Het rapport kunt u hier vinden.
In opdracht van de gemeente Amsterdam is door Crisislab en de RUN de methode verder verfijnd. De rapportage die we in juni 2018 hebben opgeleverd kunt u hier vinden.
Al eerder voerde Crisislab in opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam een onderzoek uit naar een proportionele omgang met conventionele explosieven de Tweede Wereldoorlog.
18 september, 2017
Proportionele omgang met CE
In opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam heeft Crisislab samen met Expload een rapport geschreven over proportionaliteit bij de omgang met conventionele explosieven (CE) uit de Tweede Wereldoorlog. Dit rapport levert bouwstenen voor een CE-beleid dat de toets van een maatschappelijke kosten-batenanalyse kan doorstaan.
De centrale vraag in het rapport luidt: Wegen de directe en indirecte kosten van opsporing inclusief eventuele ruiming op tegen de risico’s (in termen van kans én effect) op slachtoffers, en eventueel materiële schade? Het uiteindelijke doel is om maatschappelijke middelen efficiënter in te zetten door bestuurders in staat te stellen zorgvuldigere afwegingen te maken over het veiligheidsrisico van CE in de bodem. We spreken dan van een ‘proportionele’ afweging waarbij kosten en baten van het veiligheidsbeleid in evenwicht zijn. Het rapport kunt u hier downloaden.
Naast het bovenstaande rapport is een actorenanalyse gemaakt, om binnen het domein van de conventionele explosieven een beeld te krijgen van de verhoudingen tussen betrokken actoren. Per actor wordt aandacht besteed aan de dempende en aanjagende krachten. Dit zijn krachten die het proportioneel kunnen handelen van de CE-actoren positief of negatief beïnvloeden (dempen of aanjagen). In het boek ‘Krachten rond de risico-regelreflex beschreven en geïllustreerd in 27 voorbeelden’ wordt aan de hand van 27 casus beschreven wat aanjagende en dempende krachten van de overheid binnen andere beleidsdomeinen zijn.
Crisislab ontwikkelde al eerder op eigen initiatief en in samenspraak met het platform blindgangers van de VNG een bestuurlijk afwegingskader voor de risico’s van conventionele explosieven. Dit afwegingskader vindt u hier.
13 juni, 2017
Adviezen over de omgang met CE
Crisislab adviseerde de gemeenten Haarlemmermeer, Zeist, Soesterberg en de provincie Utrecht over de omgang met het risico van onontplofte conventionele explosieven bij bouwwerkzaamheden en recreatie. Basis voor de adviezen is het proportionele afwegingskader dat Crisislab samen met het Platform Blindgangers opstelde. Het centrale uitgangspunt daarin is dat ‘wat er ligt, ligt er goed’. Actief beleid is alleen nodig als de bodem ‘beroerd’ wordt.
28 november, 2016
Rapporten
Hier treft u een overzicht aan van de Crisislab onderzoeksrapporten. Wetenschappelijke publicaties van individuele medewerkers zijn beschikbaar via de medewerkerspagina, de Crisislab publicatiereeks is hier te vinden en een overzicht van onderzoeken, adviesopdrachten en trainingen staat hier. Klik op een rapport voor meer informatie en/of het desbetreffende rapport.
Onderzoeksrapporten
Onderzoek naar de onderhoudsachterstand op Schiphol (2023).
Verkennende risicobeoordeling voor Unexploded Ordnance (UXO) in de Noordzee (2023)
Onderzoek naar Brandveiligheid van NOM-woningen in Presikhaaf (2023).
Onderzoek naar proportioneel veiligheidsbeleid voor sluizen in Nederland (2023).
Evaluatie van de pilot proportionele brandveiligheid in Nijmegen (2023)
Kennisdocument voor een proportionele omgang met Ontplofbare Oorlogsresten (2023).
Publieksonderzoek naar hoe burgers denken over ontplofbare oorlogsresten (2023).
Een analyse van de brandveiligheidssituatie in wooncomplex Riekerhaven (2023).
Advies over taken en inrichting de DLOC van de Nationale Politie (2023).
Een proportionele omgang met handboringen in OO verdacht gebied (2022).
Evaluatie van het multidisciplinair optreden tijdens de grote brand in Lottum (2022).
Taken en bevoegdheden van gemeenten bij ontplofbare oorlogsresten (2022).
Onderzoek naar het functioneren van de lokale democratie in Woerden in coronatijd (2022)
Second opinion brandveiligheid Amsterdam Arenatunnel (2022).
Onderzoek naar proportioneel veiligheidsbeleid voor beweegbare bruggen in Nederland (2022)
Aanvullende analyse brandveiligheid metro Oostlijn Amsterdam (2021).
Opstellen handleiding Slimme(re) Opsporing en de implementatie ervan (2016-2021).
Onderzoek naar onveiligheid door tijdsdruk op het spoor (2021).
Onderzoek naar de motivatie van actiegroepen (2021).
Aspectevaluatie van het Nijmeegse fysieke veiligheidsbeleid (2021).
Evaluatie van de crisisorganisatie van veiligheidsregio Twente in coronatijd (2020, 2021).
Berekenen verdacht (bombardementen)gebied Oost-Souburg volgens de Amsterdamse methode (2021).
Advies over de nut en noodzaak van inspectiecertificering in de zorg (2021).
Onderzoek naar het IJmuider Haventeam: wie doet wat? (2020)
Wat weten we nu eigenlijk over het coronavirus en wat betekent dit voor evenementen? (2020)
Evaluatie en advies brandveiligheid flats aan het Gelderseplein van Vivare (2020).
Scan van de afdeling Vergunningen, Handhaving en Veiligheid van de gemeente Dronten (2020).
Review van het risicomodel 2.0 perronveiligheid van ProRail (2020).
Review rapportages brandveiligheid metro Oostlijn Amsterdam (2020).
Evaluatie naar de uitvoerbaarheid van het nieuwe stedelijk evenementenbeleid in Amsterdam (2019).
Risicocommunicatie door Brzo-bedrijven en veiligheidsregio’s (2019).
Evaluatie bevolkingszorg schietincident Utrecht (2019).
Inspiratiedocument Integraal veiligheidsbeleid in het MBO (2019).
Inzichten herijking bodemsaneringsbeleid (2019).
Inzichten in proportioneel asbestbeleid (2019).
Evaluatie oliemorsing tanker Bow Jubail (2018).
Publieksonderzoek naar risico’s van kerncentrales en kernenergie (2018).
De risico-regelreflex in de (petro)chemische industrie (2018).
Beknopte systeemevaluatie: instorting gemeentehuis in Woerden (2018).
Zoeken naar blindgangers: de Amsterdamse methode verder verfijnd (2018).
Publieksonderzoek naar meer blauw op straat (2018).
Omgang met blindgangers door infrabeheerders (2018).
Evaluatie van het gemeentelijk handelen bij een overlastcases in Marken (2018).
Advies over eerste hulpverlening in trein (2018).
Evaluatie naar een dodelijk incident in het sociaal domein in de gemeente Wageningen (2017).
Quick scan calamiteitenorganisatie Radboud Universiteit Nijmegen (2017).
Risk analysis higher education institutions (2017).
Brandstichtingen in Hoogeveen (2017).
Proportionaliteit bij de omgang met conventionele explosieven (2016).
Actorenanalyse bij beleidsvorming OCE werkzaamheden (2016).
Toeval of structureel incidentalisme? Negen incidenten uit 2015 bij Chemelot nader beschouwd (2016).
Inzichten in de omgang met de risico’s van asbest (2016).
Hulp bij brandveiligheidsbeslissingen in de zorg (2015).
Bewonersonderzoek: Wonen in een transformatiewoning (2015).
Publieksonderzoek: Asbestbrand in Roermond; hoe kijken inwoners er tegenaan? (2015).
Systeemevaluatie NOS-incident (2015).
Arbocatalogus Bedrijfshulpverlening (2015).
Een zestal rapporten over burgermoed (2014).
Professionalisering van de politie (2014).
Onderzoek managerial aansturing brandweer Gooi en Vechtstreek (2014).
Maatschappelijke reacties na incidenten (2014).
Burgeronderzoek risico’s en incidenten in Jeugdzorg (2014).
Publieksonderzoek Drechtsteden (2014).
Hoog water in Ten Boer: Hoe hebben burgers het zelf beleefd? (2013).
Redelijk en begrijpelijk Groninger aardbevingsbeleid (2013).
Risico-regelreflex in de Jeugdzorg (2013).
Een risicobenadering voor zwemlocaties (2013).
Toezicht op zwemwater: wat is redelijk (2013).
Systeemevaluatie oefening Prisma (2012).
Europese Crisisbeheersing in ontwikkeling (2012).
Onderzoek naar zelfredzaamheid bij brand in spoortunnels (2011).
Evaluatie van de crisisbeheersingsstuctuur in de veiligheidsregio Groningen (2011).
Zelfredzaamheid bij brand in spoortunnels (2011).
Evaluatie aanpak H1N1 (2011, in consortium met Berenschot).
Advies omtrent Rijksinpassingsplan Bergermeer (2010).
Verkenning naar de mogelijkheden van operationele samenwerking tussen politie en brandweer (2009).
Onderzoek naar institutionele kennisverspreiding binnen de brandweer (2009).
8 juni, 2016
Werkhistorie
Hieronder treft u een overzicht van de onderzoeken, adviesopdrachten en trainingen die door Crisislab in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, gerangschikt per opdrachtgever (op alfabetische volgorde) en beginnend vanaf 2009, het jaar waarin Crisislab is opgericht. Verschillende onderzoekers hebben hun expertise op het terrein van crisisonderzoek en –advisering reeds in de jaren voor 2009 opgebouwd (zie de publicatielijsten van verschillende medewerkers).
20 oktober, 2011
Promovendi
Op deze pagina treft u de afgeronde en nog lopende promotie-onderzoeken van Crisislab aan.
Lopend promotie-onderzoek
Marijn Helsloot – Radboud Universiteit Nijmegen
Het huidige risicobeleid rond Ontplofbare Oorlogsresten (OO) in Nederland gaat uit van een worstcasescenario benadering: er wordt niet gekeken naar het potentiële risico van OO maar enkel naar de mogelijkheid op aantreffen. Marijn Helsloot MSc, extern promovendus, zoekt in zijn promotie naar manieren om het explosievenbeleid in Nederland meer risicogericht te maken waarbij meer nadrukkelijk gekeken wordt naar zowel de kans op voorkomen van een incident als het mogelijke effect.
Van 2020 tot 2023 was Marijn werkzaam bij Crisislab waarin hij al diverse onderzoeken heeft uitgevoerd naar het explosievenbeleid in Nederland en tevens wetenschappelijke ondersteuning bood aan het samenwerkingsverband Samenwerking Infrabeheerders voor het Veilig Omgaan met de Ondergrond in Nederland (SIVOON).
Rowena Zweet – Radboud Universiteit Nijmegen
Rowena Zweet MSc is phd-student aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij voert een promotie-onderzoek uit naar proportioneel veiligheidsbeleid bij de toepassing van plasmatechnologie ter vervanging van andere processen in de chemische industrie. Ze wordt daarbij begeleid door Ira Helsloot.
Bernadette Holtkamp – Saxion Hogeschool
Mr. Bernadette (Detty) Holtkamp BN is werkzaam als hoofddocent/onderzoeker Safety & Security Management aan de Saxion Hogeschool (locaties Enschede, Deventer en Apeldoorn). Zij onderzoekt de ontwikkeling van Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), thans ook Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (Ghor) genoemd, in de periode 1996 tot 2020.
De GHOR, het regionale construct voor de coördinatie van de geneeskundige hulpverlening bij rampen en crises, werd ruim twintig jaar geleden formeel opgericht. Tijdens de aanpak van een aantal grote rampen in de jaren negentig werd duidelijk dat de geneeskundige hulpdiensten onvoldoende gecoördineerd functioneerden. De GHOR moest hiervoor een oplossing bieden. Zij werd organisatorisch complex gepositioneerd op de verschillende bestuursniveaus en tussen twee departementen (BZK en VWS), hetgeen aanleiding gaf tot heftige bureaupolitieke conflicten.
De centrale vraag in deze casestudie is: hoe heeft de GHOR zich ontwikkeld in de periode 1996 tot 2020 en welke centrale actoren en contextuele factoren zijn hierop van invloed geweest. Bij centrale actoren valt te denken aan: de ministeries van BZK, VenJ, JenV, koepelorganisaties zoals GGD GHOR Nederland, (besturen van) veiligheidsregio’s, samenwerkingspartners binnen de witte kolom en andere kolommen etc. Bij relevante contextuele factoren valt te denken aan: de invloed van rampen in het verleden, wet-en regelgeving (zoals Wvr en Wpg) en beleid op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Gekeken wordt naar de verschillende ontwikkelingsfasen die de GHOR heeft doorgemaakt en wat haar toekomst is nu het multidisciplinaire GHOR-proces gaandeweg geïntegreerd is binnen de structuren van het reguliere monodisciplinaire acute zorgproces (Regionaal Orgaan Acute Zorg Regionale Ambulancevoorziening en Gemeentelijke Gezondheidsdienst).
Bas Heerma van Voss – De Nederlandsche Bank (per 1/9/2021)
Het lukt moderne staten maar slecht om de samenleving te beschermen tegen risico’s die wel groot zijn, maar niet acuut. Rationaliteit is soms ver te zoeken in het tegengaan van risico’s op een nucleaire ramp, de gevolgen van klimaatverandering, een pandemie of grote natuurrampen. Dit terwijl de samenleving wel verwacht van staten dat ze tegen dergelijke rampen wordt beschermd.
Het is een bekend feit dat mensen maar moeilijk kunnen omgaan met risico’s die veraf liggen, of risico’s met een kleine kans maar een hele grote impact – maar het is geen gegeven dat wat individuen niet kunnen, staten ook niet kunnen. Dit proefschrift onderzoekt wat de oorsprong is van het onvermogen van staten om rationeel te acteren tegen deze risico’s, wat er geleerd kan worden van positieve uitzonderingen en waar de mogelijkheden liggen voor verbetering.
Op 29 juni 2022 heeft Bas in De Balie tijdens een discussiebijeenkomst over ‘hoe rekening te houden met de volgende generaties’ een presentatie gegeven over zijn promotiewerk i.o. namelijk over de wijze waarop overheden omgaan met ‘lange termijn risico’s’.
Afgerond promotie-onderzoek
Christian Reuter – Onderzoek universiteit Darmstadt
A European Perspective on Crisis Informatics: Citizens’ and Authorities’ Attitudes Towards Social Media for Public Safety and Security
Sociale media maken tegenwoordig niet alleen deel uit van het dagelijkse leven en werk – zij worden (dus) ook gebruikt bij crises zoals COVID-19. Ook in die situaties gebruiken burgers sociale media om zichzelf te informeren of hun eigen inzet met die van andere burgers te coördineren. Om het publiek de weg te wijzen of het situationeel bewustzijn te vergroten, informeren hulpdiensten ook via de sociale media. Om deze processen te ondersteunen is het van groot belang om te weten hoe hulpdiensten en burgers handelen en om hun perceptie van sociale media in openbare veiligheid en beveiliging te onderzoeken.
Gebaseerd op de state of the art in ‘crisisinformatica’ bevat het proefschrift kwalitatieve en kwantitatieve studies over de houding van hulpdiensten en burgers in Europa ten opzichte van sociale media in noodsituaties. Grote representatieve studies zijn uitgevoerd in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Italië̈.
Verder behandelt het proefschrift een aantal nieuwe concepten en technologieën voor sociaal mediagebruik door burgers en autoriteiten die empirische zijn geëvalueerd.
Het proefschrift kan hier worden gedownload.
Ron de Wit – Veiligheidsregio Twente
Burgers, bestuur en brandweer; studies naar waardering van brandweerzorg
Het PhD-onderzoek van Ron de Wit zet een eerste stap in het ‘meten’ van de waarde van brandweerzorg en het bekijken van het (potentiële) gebruik daarvan bij bestuurlijke keuzes over beleid. Het uitgangspunt is dat maatschappelijke besluitvorming over de brandweerzorg gebaat is bij redelijke en onderbouwde afwegingen tussen kosten enerzijds en de (waardering van) de opbrengsten anderzijds. Het principe van de maatschappelijke kosten-baten afweging als instrument voor het beoordelen van risicobeleid is daarom als vertrekpunt genomen. De baten zijn daarin de veiligheidsopbrengst en de waarde die de maatschappij daaraan toekent. Dat kan gaan om waardering van telbare opbrengsten in termen van minder slachtoffers of schade maar ook opbrengst in de zin van de waardering van burgers voor de bescherming die brandweerzorg hen biedt.
De resultaten kunnen door betrokkenen bij de brandweer gebruikt worden bij beleidsvraagstukken rondom brandweerzorg.
U kunt het proefschrift hier bestellen of hier downloaden.
Jelle Groenendaal – Crisislab
Commandovoering in frontlijnorganisaties
Dit PhD-onderzoek richt zich op de vraag of en hoe in frontlijnorganisaties leidinggevenden het commando kunnen voeren, dat wil zeggen dat leidinggevenden aanwezig zijn in de frontlijn en opdrachten geven die onmiddellijk moeten worden uitgevoerd. Hoewel hulpverleningsdiensten als brandweer en politie traditioneel dergelijke leidinggevende functies hebben, is nog weinig bekend over het effect van commandovoering in de praktijk.
Het promotieonderzoek van Jelle Groenendaal geeft een eerste inzicht in de mogelijkheden en randvoorwaarden voor commandovoering in frontlijnorganisaties en in verschillende methoden om dat verschijnsel te onderzoeken zoals serious gaming en het gebruik van helmcamera’s tijdens echte incidenten.
Jelle was tot 1 januari 2015 zowel onderzoeker als promovendus bij Crisislab. Op 29 juni 2015 is hij gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen, onder begeleiding van Ira Helsloot.
U kunt het proefschrift hier als pdf-bestand downloaden.
Vanaf 1 juli 2021 is Jelle associate onderzoeker bij Crisislab.
Bas Kolen – HKV Lijn in water
Certainty of uncertainty in evacuation for threat driven response
Wat is de beste evacuatiestrategie bij dreigende overstroming? Rampenplannen zetten vooral in op ‘preventief evacueren’. Maar dat is niet altijd haalbaar of slim? Inzetten op ‘verticale evacuatie’ als basisstrategie, naar een hogere verdieping of droge plek in het overstroomde gebied, is verstandiger, toont Bas Kolen in zijn proefschrift aan. ‘Nu kan het gebeuren dat we mensen de verkeerde kant op sturen.’ Als hulpmiddel heeft hij daarom ook een bijsluiter voor rampenplannen ontwikkeld.
Bas is op 9 oktober 2013 gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen, onder begeleiding van Ira Helsloot.
Het proefschrift van Kolen is gefocust op het organisatie- en besluitvormingsproces omtrent massa-evacuaties bij de dreiging van een grote ramp (bijvoorbeeld een overstroming) en de relatie tussen verschillende overheden, hulpverleningsdiensten en burgers. In het onderzoek staan de onzekerheden bij het herkennen van gevaar, het uitleggen van gevaar, de vertaling naar de impact, het besluitvormingproces over verschillende strategieën voor evacueren en de reacties van burgers en hulpverleningsdiensten centraal.
In het oktobernummer van het Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing geeft Bas Kolen een indruk van enkele conclusies uit zijn onderzoek.
Een exemplaar van het proefschrift kan worden opgevraagd via: b.kolen@hkv.nl.
Margrethe Kobes – NIFV
De toepassing van serious gaming bij onderzoek naar het menselijk gedrag bij brand
Mensen gedragen zich in een noodsituatie anders dan in brandveiligheidsbeleid wordt aangenomen. Daardoor zijn brandveiligheidsmaatregelen in gebouwen niet voldoende effectief in geval van nood. Dit blijkt uit onderzoek door Margrethe Kobes, waarin ze met serious gaming de interactie tussen de mens en omgeving onderzocht. Op 25 oktober 2010 is Margrethe als eerste promovendus bij Crisislab gepromoveerd aan de Vrije Universiteit Amsterdam, onder begeleiding van Ira Helsloot.
Voor het verkennen van de psychonomische wetmatigheden die ze zocht, ontwikkelde Kobes een nieuwe onderzoeksmethode die gebruik maakt van serious gaming. Daarmee kan het al of niet zelfredzame gedrag in noodsituaties op een virtuele, maar zeer realistische wijze worden onderzocht. Zo bleek dat laaggeplaatste groene vluchtbordjes effectiever zijn dan de gebruikelijke hooggeplaatste.
Een Nederlandse samenvatting van proefschrift van Margrethe kan hier gedownload worden, het hele Engelse proefschrift hier.
12 augustus, 2009
Ira Helsloot
i.helsloot [at] crisislab.nl
+31 (0)6 51188627
Biografie
Prof. dr. Ira Helsloot is hoogleraar Besturen van Veiligheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen en voorzitter van de Stichting Crisislab. Hij houdt zich bezig met onderzoek naar proportioneel veiligheidsbeleid en crisisbeheersing. Van 2004 tot en met 2022 was hij editor van het Journal of Contingencies and Crisis Management.
Hij is oorspronkelijk gepromoveerd als wiskundige. Sinds 1994 doet hij onderzoek naar rampenbestrijding & crisisbeheersing, fysieke veiligheid en proportioneel veiligheidsbeleid. Van 2006 tot en met 2011 was hij hoogleraar Crisisbeheersing en Fysieke veiligheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Hij werkte tot 2003 bij het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding laatstelijk als hoofd expertise en onderzoek.
Van 2003 tot 2007 werkte hij als directeur crisis en veiligheid bij het COT Instituut voor Veiligheids- en crisismanagement. Van 2005 tot 2008 was hij (interim) hoofd rampenbeheersing bij de regionale brandweer Amsterdam-Amstelland. Vanaf 2008 tot 2010 was hij daar lid van de korpsleiding met de portefeuille strategie en innovatie crisisbeheersing.
Tot 2013 schreef Ira regelmatig columns en artikelen voor vakbladen op het gebied van hulpverlening, crisisbeheersing en rampenbestrijding. Klik hier voor een overzicht van deze columns en artikelen.
Publicaties
I. Helsloot, A. Scholtens & K. Heijndijk (2023). De onderhoudsachterstand van Schiphol nader beschouwd. In opdracht van de directie van Schiphol. Het gaat om een hoofdrapport en een rapportage met samenvattende bevindingen die beiden ook naar het Engels zijn vertaald.
I. Helsloot & J. Groenendaal (2023). ‘Centralization in Large Scale Emergencies: Rarely Needed, Barely Achievable’. In A. Nir (ed.), Centralization, Costs and Benefits (Leadership in a Changing World), pp. 66-110. New York: Nova Science Publishers dot: 10.52305/cvtn7391.
J. Groenendaal, I. Helsloot & C. Reuter (2022). Towards More Insight into Cyber Incident Response Decision Making and its implications for Cyber Crisis Management. In ISCRAM 2022 Conference Proceedings – 19th International Conference on Information Systems for Crisis Response and Management. ISCRAM.
M. Helsloot & I. Helsloot (2023). O-O! Wat denken inwoners echt over bommen en granaten? Crisislab.
I. Helsloot & K. Heijndijk (2022). ‘The Netherlands: The Acceptance of an Uncontrolled Centralization of Power’, in: K. Lynggaard, M.D. Jensen & M. Kluth (ed. 2022). Governments’ Responses to the Covid-19 Pandemic in Europe; Navigating the Perfect Storm. Chapter 31, pp. 371-385.
I. Helsloot & M. Helsloot (2022). Handboringen in OO verdacht gebied. In opdracht van SIVOON.
J. Groenendaal & I. Helsloot (2021). ‘Cyber resilience during the COVID-19 pandemic crisis: A case study’, in: Journal of Contingencies and Crisis Management.
J. Groenendaal. (2020). ‘Cyber crises vragen om anticipatie en improvisatie’, in: Magazine Informatiebeveiliging. Nummer 4. Pp. 8-12.
J. Groenendaal & I. Helsloot (2020). ‘Leading a cyber incident response team’, in: Crisis Response Journal. Volume 15, issue 3. Pp. 56-59.
J. Groenendaal & I. Helsloot (2020). ‘Organisational resilience: Shifting from planning-driven business continuity management to anticipated improvisation’, in: Journal of Business Continuity & Emergency Planning, 14(2), 102-109.
I. Helsloot, J. Groenendaal & J. Vis (2020). Wat weten we nu eigenlijk over het coronavirus?
I. Helsloot & J. Vis (2020). Scan van de afdeling Vergunningen, Handhaving en Veiligheid van de gemeente Dronten. In opdracht van de gemeente Dronten.
I. Helsloot, A. Scholtens & J. Haen (2020). Some observations on the troublesome implementation of risk-based inspections in the Netherlands. Safety Science, vol. 122. 104507.
A. Scholtens & I. Helsloot (2018). Beknopte systeemevaluatie: instorting gemeentehuis in Woerden. In opdracht van de Veiligheidsregio Utrecht.
I. Helsloot & E. Cator (2018). Zoeken naar blindgangers: de Amsterdamse methode verder verfijnd (2018). In opdracht van de gemeente Amsterdam.
I. Helsloot (2018). ‘Hoezo zijn (on)veiligheidsbeslissingen lastig publiekelijk te verantwoorden?’. In Bestuurskunde 2018 (27) 1.
M. Jurgens & I. Helsloot (2017). ‘The effect of social media on the dynamics of (self)resilience during disasters: A literature review’. In: Journal of Contingencies and Crisis Management (vol. 26, issue 1).
A. Scholtens & I. Helsloot (2016). Sociaal calamiteitenplan gemeente Ede.
I. Helsloot (2015). ‘De magere opbrengst van dertig jaar continue professionalisering in de rampenbestrijding in Nederland’. In: E. Devroe, A. Duchatelet, P. Ponsaers, M. Easton, L. Gunther Moor & L. Wondergem (red.)(2015), Zicht op first responders, reeks veiligheidsstudies, 12, Maklu, pp. 323-337.
I.Helsloot (2015). ‘Weg met risicomanagement’. In: Vakblad Arbo, nr. 10, 2015.
Ira Helsloot & Judith Vlagsma (2015). Arbocatalogus Bedrijfshulpverlening. A+O VVT en Crisislab.
J. Groenendaal, A. de Wolde & I. Helsloot (2015). ‘Ethisch leiderschap: beperkt het averechtse werkgedrag?’. In: M&O, 1, pp. 19-30.
I. Helsloot & M. In ‘t Veld (2014). Ongerust over onrust. Ministerie van BZK.
I. Helsloot (2014). Bestuurlijke fragmentatie. Ministerie van BZK.
I. Helsloot & M. In ‘t Veld (2014). Burgerbetrokkenheid bij veiligheidsbeleid. Ministerie van BZK.
A. Scholtens, J. Jorritsma & I. Helsloot (2014). ‘On the Need for a Paradigm Shift in the Dutch Command and Information System for the Acute Phase of Disasters’. In: Journal of Contingencies and Crisis Management, 22(1), pp. 39-51
J. Groenendaal, B. Brugghemans & I. Helsloot (2014). ‘Betere commandovoering door het FABCM model’. In: De Brandweerman. Tijdschrift van brandweervereniging Vlaanderen. Nr. 452 (90), pp. 15-18.
Helsloot, I. & A. Scholtens (2013). ‘De magere opbrengst van dertig jaar continue professionalisering in de rampenbestrijding’. In: Orde van de Dag 2013/63, pp. 68-77.
J. Groenendaal, I. Helsloot & A. Scholtens (2013). ‘A critical examination of the assumptions regarding centralized coordination in large-scale emergency situations’. In: Journal of Homeland Security and Emergency Management, 10 (1), pp. 1-23.
I. Helsloot, D. de Vries & G. van Staalduinen (2013). Toezicht op zwemwater: wat is redelijk? RGV.
A. Scholtens, G. van Staalduinen & I. Helsloot (2012). Systeemevaluatie oefening Prisma (VRU).
I. Helsloot & A. Schmidt (2012). Europese crisisbeheersing in ontwikkeling.
I. Helsloot, A. Schmidt & D. de Vries (2012). Quick scan (dis)proportioneel veiligheidsbeleid.
I.Helsloot (2012). Veiligheid als (bij)product. Radboud Universiteit Nijmegen: Nijmegen.
I. Helsloot & A. Schmidt (2012). ‘The Intractable Citizen and the Single-Minded Risk Expert – Mechanisms Causing the Risk Regulation Reflex Pointed Out in the Dutch Risk and Responsibility Programme’. In: European Journal of Risk Regulation, 3, pp. 305-312.
I. Helsloot, A. Scholtens, A. Schmidt (2012). Crisiscommunicatie als beleidsinstrument: Wat zegt de wetenschappelijke literatuur over crisiscommunicatie bij voedselcrises?
B. Kolen, I. Helsloot (2012). ‘Mass evacuation policy’. In: Disasters, 36 (4), pp. 700-722.
I. Helsloot, G. Bankoff, J. Groenendaal (2012). ‘Dealing with citizen response and evacuation during large scale flooding in industrial societies’, in: J.J.L.M. Bierens (Ed.), Handbook on drowning. Handbook on drowning. Springer Verlag: Heidelberg.
E. Brainich, I. Helsloot (2011). ‘De Wet veiligheidsregio’s’, in: E.R. Muller, T. de Roos, E. Brainich (red.). Tekst en Commentaar Openbare Orde en Veiligheid. Kluwer: Den Haag.
I. Helsloot (2011). ‘De Wet vervoer gevaarlijke stoffen’, in: E.R. Muller, T. de Roos, E. Brainich (red.). Tekst en Commentaar Openbare Orde en Veiligheid. Kluwer: Den Haag.
R. Jongejan, I. Helsloot, R. Beerens, J. Vrijling (2011). ‘A method for cost-benefit analysis with disaster management’. In: Disasters. 35 (1), pp. 130-142.
I. Helsloot & J. Groenendaal (2011). ‘Naturalistic Decision Making in Forensic Science: Towards a Better Understanding of Decision Making by Forensic Team Leaders’. In: Journal of Forensic Sciences, 56 (4), pp. 890-897.
R. de Wit & I. Helsloot (2011). ‘Reactie op ‘meer over de kosten en baten van het openbaar meldsysteem’’. In: Tijdschrift voor Veiligheid en Veiligheidszorg, 10 (2), pp. 54-56.
M. Kobes, I. Helsloot, B. de Vries & J. Post (2010). ‘Exit choice, (pre-)movement time and (pre-)evacuation behaviour in hotel fire evacuation – Behavioural analysis and validation of the use of serious gaming in experimental research’. In: S.P. Hoogendoorn, A.J. Pel, M.A.P. Taylor, H. Mahmassani (red.), Proceedings of First International Conference on Evacuation modelling and Management 2009, Procedia Enginering, 3, pp. 37-51.
R. Beerens, B. Kolen & I. Helsloot (2010). ‘EU FloodEx 2009: an analysis of testing international assistance during a worst credible flood scenario in the North Sea area’. In: Flood Recovery, Innovation and Response II, pp. 241-255.
I. Helsloot (2010). ‘Een introductie tot het gebruik van symboliek in de voorzorgsmaatschappij’. In: M. Hildebrandt, R. Pieterman, Zorg om voorzorg, Boom Juridische Uitgevers: Den Haag.
I. Helsloot, A. Scholtens & S. Martens (2010). Basisboek regionale crisisbeheersing. NIFV: Arnhem.
B. Kolen, B. Maaskant, I. Helsloot & B. Thonus (2010). ‘Predicting Evacuation’. In: Crisis Response, 6 (3), pp. 35-37.
R. de Wit & I. Helsloot (2010), ‘Een kosten-batenanalyse van het openbaar meldsysteem’. In: Tijdschrift voor Veiligheid en Veiligheidszorg, 9 (4), pp. 40-56.
F. K. Boersma, H.P.M. van Duivenboden, P. Groenenwegen, I. Helsloot, S.B. Soeparman & P. Wagenaar (2010). ‘Meldkamers in actie’. In: Openbaar Bestuur, 20 (3), pp. 8-11.
M. Kobes, I. Helsloot, B. de Vries, J.G. Post, N. Oberije & K. Groenewegen (2010). ‘Way finding during fire evacuation; an analysis of unannounced fire drills in a hotel at night’. In: Building and Environment, 45 (3), pp. 537-548.
M. Kobes, I. Helsloot, B. de Vries & J.G. Post. (2010), ‘Building safety and human behaviour in fire: A literature review’. In: Fire Safety Journal, 45 (1), pp. 1-11.
20 juli, 2009